Geschiedenis Rekkense Inrichting

Directeurswoning Wulpenslat

Het verhaal van de Rekkense Inrichting:
Op 28 juni 1910 werd "De Centrale Vereeniging ter behartiging van de belangen van zwakzinnigen in Nederland" opgericht. In de statuten werd vastgelegd, dat zij geen inrichtingen zou bezitten tot duurzame verpleging van zwakzinnigen. Enige maanden later werd op 14 oktober 1910 tot dit doel " De Vereeniging tot Stichting van Christelijke Inrichtingen voor verpleging van zwakzinnigen " opgericht (inv. nr. 103). Na enkele jaren werd door contacten met predikant Slot te Rekken aldaar een heideterrein gevonden, dat geschikt was voor de bouw van zo'n inrichting.

30 juni 1913, Rekken

Eerstesteenlegging Paviljoen de Haar.

De opening van het eerste paviljoen te Rekken vond op 25 april 1914 plaats. Sindsdien stond de inrichting bekend als De Rekkensche Inrichtingen. In oktober 1914 kon de eerste patiënt worden opgenomen.
In 1929 kwam er een nieuwe afdeling in Rekken bij ten behoeve van de verpleging van psychopaten (TBR- patiënten) nl. Oldenkotte. Tot 1946 waren er dus twee soorten verpleegden: zwakzinnigen en psychopaten.
In dat jaar besloot het bestuur tot uitbreiding ten aanzien van de verpleging van psychopaten en tot opname van moeilijk opvoedbare kinderen. Het bestuur was van mening dat het samengaan van zwakzinnigen en psychopaten op één terrein tot grote bezwaren voor beide groepen kon leiden. Dientengevolge zag men uit naar huizen voor zwakzinnigen buiten Rekken. De daardoor vrijkomende gebouwen zouden een bestemming krijgen voor moeilijk opvoedbare kinderen, die op last van een kinderrechter of een voogdijvereniging in Rekken geplaatst werden. Ook waren er plannen voor stichting van huizen voor deze jongens en meisjes, die hun aanpassing aan het gewone maatschappelijke leven zou dienen, bij voorkeur in grotere plaatsen met goede werkmogelijkheden. In 1947 werd zo'n huis voor meisjes geopend: Het Sophiahuis te Apeldoorn.
Op 15 juli 1950 werd huize "Baank" voor minderjarige meisjes te Warnsveld geopend, dat later een huis werd voor ongehuwde moeders met hun baby's. Na de opening van Baank werd het Sophiahuis een huis voor werkende meisjes. In november 1968 werd huize Baank ontruimd, nadat reeds in 1962 de huur door de eigenaar was opgezegd, en werden de bewoonsters ondergebracht in een paviljoen te Rekken. In 1971 werd besloten de zorg voor ongehuwde moeders voorlopig te beëindigen. Voor de verzorging van zwakzinnige mannen werd in 1947 het huis Groot Hungerink te Eefde aangekocht, dat op 15 januari 1949 geopend werd. Op 5 november 1949 vond de opening plaats van huis "'t Mastler" te Eefde voor de verzorging van zwakzinnige vrouwen. De huizen buiten Rekken (Groot Hungerink, 't Mastler, Sophiahuis en Baank) werden sindsdien de buitenhuizen genoemd. Sinds 1971 staan de inrichtingen voor zwakzinnigenzorg 't Mastler en Groot Hungerink bekend onder de verzamelnaam
Eefdese tehuizen.
Op 1 mei 1970 werd het sluisinternaat De Wiem voor TBR-verpleegden als voorbereiding op terugkeer naar de maatschappij te Enschede geopend.
Op 1 januari 1976 opende het Johannes Wierhuis zijn deuren, het centrum voo Kinische behandeling van alcoholverslaafden in Rekken.